Vincenzo

Vincenzo, Docent Geschiedenis

Vincenzo

Vincenzo Militello is een man van beelden. Als schilder én geschiedenisdocent op het Arte College, weet hij als geen ander hoe krachtig kijken kan zijn. Niet alleen naar schilderijen of foto’s, maar ook naar mensen, gebeurtenissen en tijdperken. In zijn lessen geschiedenis laat hij leerlingen zien dat het verleden niet stoffig is, maar levendig, als je leert kijken met verbeelding.

'Geschiedenis leeft. Het is geen rijtje feiten of jaartallen, maar een verzameling verhalen, perspectieven, momenten. En die verhalen kun je tekenen, zien en voelen, daar geloof ik heilig in. Tijdens mijn lessen pak ik geregeld een krijtje en teken ik op het bord wat ik bedoel. Geen PowerPoint, geen droge opsomming. Ik bouw beelden op, ik vertel verhalen, alsof we er zelf bij zijn geweest.'

Verbeelden is begrijpen
Volgens Vincenzo begint echte historische interesse niet in het hoofd, maar in het hart. ‘Als je alleen maar focust op kennis, dan raak je leerlingen kwijt. Ik wil ze laten voelen wat het betekent om in een andere tijd te leven. Wat dreef een kunstenaar in de Renaissance? Wat dacht een jonge vrouw in de jaren ’60 die voor het eerst haar stem mocht verheffen in een demonstratie? En hoe leefde iemand in een jagers-verzamelaarsgroep, met niets dan de sterren als kompas? Die verbeeldingskracht is essentieel om te kunnen begrijpen. En juist dat is waar cultuuronderwijs zijn kracht laat zien.’

Op het Arte College, waar kunst en cultuur de rode draad vormen, is ruimte voor dit soort verbindingen. ‘Soms brengen leerlingen hun schetsboek mee naar de les en tekenen ze wat ik vertel. Of ze maken foto’s bij een opdracht over herinneringscultuur. Zo komt hun eigen creativiteit in het spel. Geschiedenis wordt dan geen losstaand vak, maar iets wat raakt aan wie zij zijn, en hoe ze kijken naar de wereld.’

Tussen verleden en verbeelding
Vincenzo ziet zichzelf niet als klassieke docent die alleen maar zendt. ‘Ik zie mezelf als een gids, een verteller, een maker. En als het goed is, worden mijn leerlingen dat ook een beetje. Ik geef ze de tools om hun eigen blik te ontwikkelen, om voorbij de oppervlakte te kijken. Want geschiedenis draait niet om wat is gebeurd, maar om hoe we daarnaar kijken. Ook dat verandert voortdurend. Wat je ziet, hangt af van waar je staat.’

Als schilder werkt Vincenzo met hetzelfde principe. ‘Je kiest je kadrering, je perspectief, het licht. Je speelt met kleur en compositie. En als historicus? Dan doe je precies hetzelfde, maar dan met bronnen, verhalen en tijdslagen. Die manier van denken, beeldend, onderzoekend, creatief, neem ik mee het klaslokaal in.’

Het oog als instrument
‘Wat ik hoop dat mijn leerlingen meenemen,’ zegt Vincenzo, ‘is niet alleen kennis van het verleden, maar een nieuwe manier van kijken. Dat ze zich verwonderen over hoe mensen vroeger leefden, dachten en maakten. Dat ze leren dat het verleden niet vaststaat, maar altijd in beweging is, net als kunst. En dat ze begrijpen dat het oog, net als elke spier, getraind kan worden.’

Geschiedenis en beeldende kunst; voor Vincenzo lopen die werelden naadloos in elkaar over. ‘Het gaat allemaal om hetzelfde: de werkelijkheid leren zien, begrijpen en verbeelden. 



Terug naar de vorige pagina